U bent hier:   Home  /  collectie NK  /  Les Mines d’Or; Le Rire
  • Pour le Rire

Les Mines d’Or; Le Rire

Pour le Rire; Le Rire no. 55; pagina 3. Opgedragen aan Paul Adam. Schrijver.

Pour le Rire

J’aime le rire quand je vois rire les gosses

J’aime le rire parce qu’il m’a été interdit pendant huit ans au bahut. Le rire était un crime!

Oui je ris quand je vois Polichinelle rosser le gendarme et pendre le commissaire.

Je ris comme un bossu quand je vois un bossu…. parfaitement.

Cela me fait rire de voir Lisette chercher une puce… et puis apres je ris comme un fou de voir un fou.

Sourire Courteline! il me faut oublier mes douleurs.

La vue d’un nègre me fait tardre, et je ris en remerciant Dieu qu’ils n’en ont pas en Angleterre.

(vertaling:

Ik hou van lachen als ik  kinderen zie lachen. Ik hou van lachen omdat het me acht jaar lang verboden was in de cel. Lachen was een misdaad! Ja, ik lach als ik zie dat Polichinelle de gendarme slaat en de commissaris ophangt. Ik lach als een gebochelde als ik een gebochelde zie … prachtig. Het maakt me aan het lachen om Lisette te zien zoeken naar een luis … en dan lach ik als een gek als ik een ​​gek zie. Glimlach Courteline! Het doet mijn zorgen vergeten. De aanblik van een neger maakt me aan de lach en ik lach als ik God dank dat ze geen lach (humor)  hebben in Engeland.

Paul Adam schreef een boek in 1895 Chair molle (“zacht vlees”). Een verhaal over een hoer dat hem voor de rechtbank (le Cour d’assises) bracht wegens immoraliteit. Hij werd veroordeeld tot 14 dagen cel en 500 Fr. boete. Vandaar de verwijzing naar het verbod te lachen in de gevangenis.

 

  1895  /  collectie NK, Kunstwerken, Le Rire  /  Voor het laatste geüpdate januari 30, 2021 door Redactie  /  Tags: