U bent hier:   Home  /  boek  /  L’Album no 15: A. Willette. uitgave Librairie Illustrée, J. Tallandier, Editeur.

L’Album no 15: A. Willette. uitgave Librairie Illustrée, J. Tallandier, Editeur.

Prachtige uitgave met een keuze uit het werk van Willette.:

L’Album, AMO voorplat.

advertentie pag. 2

Sacre Coeur… Willette intime.

 

hergebruikt in Feu Pierrot…

een prentje per kleur.

Marianne voedt haar soldaten.

Parodie d’un dessin d’Abel Faivre. en: Enfin seul! Parodie d’un dessin d’Hermann Paul.

La Politique: Parcequ’ils avaient les mains blanches…

Parcequ’ils avaient les mains noires.

Projet d’Eventail.

La Cible Féline

Portret.

Marianne: Heureusement que les Arts me font honneur!

L’Hydre moderne.

Pierrot et le banquier 1

Pierrot et le banquier 2.

Le Sceptre.

Achterplat.

Tekst van de eerste pagina’s:

Willette

“C’est abadie qui a fait le Sacre Coeur Mais c’est Dieu qui a fait ça…

A WILLETTE INTIME

Quand il avait loué un logement, feu Laplace, le véritable inventeur du Cabaret artistique disait em concierge : « Voici cent sous pour ne jamais me dire bonjour; si on vous demande des renseigements sur moi, vous direz que je suis un PD et un voleur… quant à mes lettres, vous vous en torcherez… la figure.»

Ce Montmartrois de Lyon se calomniait par misanthropie ou horreur de l’interview.

Bien qu’admirant cette fantaisie, je ne puis imiter ce dédain superbe de l’opinion publique et je fois simplement ce qui m’a été demandé si gracieusement par l’éditeur de cette mirifique publication.

Je ne suis ni avarié ni neurasthinique, mais je suis Champenois, étant né Châlons-sur-Marne Rue du Grenier à sel.

Venu a Paris avec mes parents j’eu habité successivement Rue Richelieu. Avenue Mrarbeuf. rue Saint Dominique, rue de Grenelle: à cette époque, éteint parvenu à l’age de raison, ( à ce qu’il paraitrait j’ai  été fou jusqu’à 7 ans) je me suis laissé mettre à la pension BONIFACE 18 rue de Condé, une pension très bien, du bon vieux temps, ou on fouettait encore à tours de bras et à cul nu.

Puis après avoir tiré mes huit ans de bahut à Dijon, je suis entré (avec un grand succès grâce à ma tunique) à l’Ecole Nationale des Beaux Arts à l’atelier de Cabanel qui m’ai fait poser, en duc d’Anjou, pour sa décoration au Panthéon.

J’ai habité, à cette époque, avenue de Villars, rue St Placide (Saint Placide et non sainte Placide comme on dit généralement bien à tort) – rue de Vaugirard ou je fis de la décoration avec un paintre Russe de talent. Jean D’Alheim le père de de mon ami Pierre d’Alheim l’auteur de “La Passion de François Villon”, un livre que je sais par coeur.

J’ai ensuite demeuré rue Coullier, Place St Jaques, 77 rue Denfert Rochereau de là et enfin à Montmartre où je retrouvais mon ami Pierrot et ou je fus fait prisonnier par le plus redoutable des brigands… Rodolphe S*** dit l’ANE ROUGE qui me fit décorer sa caverne pour ma rançon.

J’habitais alors rue Véron une maison décorée en céramique par le céramiste feu Parvillé, ensuite Place du Delta, Rue Rocheouart, à St Nicolas près Granville, à l’Islew Adam, Rue du Delta, rue St Eleuthère et acctuellement rue Coulaincourt … ah: j’oubliais mon chateau… non, Madame, ….. pas en Espagne… en Normandie.

Mon père était Lt colonel d’Etat Major.

Je suis marié depuis quatre heureuses années.

Mon age?.. J’ai porté la crinoline en même temps que l’impératrice Euginie.

J’ai un certain talent de cuisinier.

Je dessine sur un pupitre d’acoyou.

(don princier de monsieur Porte)

Je ne mets ni bonnet de coton ni Madras et ne bois jamais d’apéritifs.

J’ai une belle petite chatte noire qui s’appelle “Virgule” et qui mange mes fleurs.

Je ne suis pas la mode mais je ne crois pas avair une trop sale tête?…

…J’en change si souvent!

M’as tu vu?

En Marin

En Villon

En curé

En pasteur (pour un Séjour à Londres avec Roques)

En Pierrot noir En pierrot blanc

En Hollandais. En Espagnol?

En colonel- En Napoléon III?

En Republique?

En Louis Philippe? ( N’y a plus de places!)

Pour mon double.

A. Willette

Nederlands:

Willette “Het was Abadie die de Sauré Coeur maakte, maar het was God die dat deed… 

WILLETTE INTIME

Toen hij een accommodatie huurde, zei wijlen Laplace, de ware uitvinder van het artistieke cabaret, tegen de conciërge: ‘Hier is honderd sous omdat je nooit hallo tegen me hebt gezegd; als u om informatie over mij wordt gevraagd, zult u zeggen dat ik een politieagent en een dief ben… wat mijn brieven betreft, u zult uw gezicht ermee afvegen…

Deze Montmartriaan uit Lyon belasterde zichzelf door misantropie of afschuw van het interview. Hoewel ik deze fantasie bewonder, kan ik deze geweldige minachting voor de publieke opinie niet navolgen en volg ik eenvoudigweg wat de redacteur van deze prachtige publicatie zo vriendelijk van mij heeft gevraagd.

Ik ben noch beschadigd, noch neurasthinisch, maar ik kom uit Champenois en ben geboren in Châlons-sur-Marne, Rue du Grenier à sel. Toen ik met mijn ouders naar Parijs kwam, woonde ik achtereenvolgens in de Rue Richelieu. Avenue Mrarbeuf. rue Saint Dominique, rue de Grenelle: toen ik de leeftijd van de rede had bereikt (het lijkt erop dat ik gek was tot de leeftijd van 7), liet ik mezelf in het BONIFACE-pensioen 18 rue de Condé plaatsen, een zeer goed pension , uit de goede oude tijd, waar we nog op onze armen en op onze blote kont werden geslagen. Toen ik mijn acht jaar school in Dijon had afgerond, ging ik (met groot succes dankzij mijn tuniek) naar de Nationale School voor Schone Kunsten in het atelier van Cabanel, waardoor ik als hertog van Anjou moest poseren voor de versiering ervan in het Pantheon. Destijds woonde ik aan de Avenue de Villars, rue St Placide (Saint Placide en niet Sainte Placide zoals vaak ten onrechte wordt gezegd) – rue de Vaugirard, waar ik wat decoratiewerk deed met een getalenteerde Russische schilder. Jean D’Alheim, de vader van mijn vriend Pierre d’Alheim, de auteur van “The Passie van François Villon”, een boek dat ik uit mijn hoofd ken.

Ik woonde toen in de rue Coullier, Place St Jaques, 77 rue Denfert Rochereau van daaruit en uiteindelijk in Montmartre, waar ik mijn vriend Pierrot vond en waar ik gevangen werd genomen door de meest geduchte bandiet… Rodolphe S*** zegt DE RODE EZEL die mij zijn grot liet versieren op mijn kosten. Ik woonde toen in de rue Véron in een huis versierd met keramiek door de keramist wijlen Parvillé, vervolgens Place du Delta, rue Rocheouart, in St Nicolas bij Granville, in Isle d’Adam, rue du Delta, rue St Eleuthère en momenteel rue Coulaincourt. ah: Ik vergat mijn kasteel… nee mevrouw,….. niet in Spanje… in Normandië.

Mijn vader was luitenant-kolonel van de Staf. Ik ben vier gelukkige jaren getrouwd. Mijn leeftijd?.. Ik droeg de crinoline tegelijkertijd met keizerin Eugenie.

Ik heb wat talent als kok. Ik teken op een acoyou-bureau. (prinselijk geschenk van de heer Porte) Ik draag geen katoenen mutsen of Madras en drink nooit aperitieven. Ik heb een prachtige kleine zwarte kat genaamd “Virgule” die mijn bloemen eet. Ik volg de mode niet, maar ik denk niet dat ik een al te slecht hoofd heb?…

…Ik verander het zo vaak! Zag je mij? als Zeeman ,  als Villon, Als priester, Als predikant (voor een verblijf in Londen bij Roques) In het zwart als Pierrot, In het wit als Pierrot, Als Nederlander, als Spanjaard? Als kolonel… oals Napoleon III? Als de Republiek? als Louis Filip? (Geen plaats voor nog meer!)

Voor mijn dubbel. A. Willette

  1899  /  boek, collectie NK, Kunstwerken, ongedateerd  /  Voor het laatste geüpdate februari 24, 2024 door Redactie  /  Tags: ,