WILLETTE
AU PAVILLON DE MARSAN
Pour quelques jours, le pavillon de Marsan, que viennent à peine de déserter les spirituels pupazzi du Ballet idéal de Paul Renouard, 1’Amant, 1’Amante et l’Autre. donne asile à une série d’œuvres d’Adolphe Willette.
C’est à l Union centrale des Arts décoratifs que revient l’honneur de ce; de tardive équité, (”est elle <pii a a.”cueilli. invité dans son clair et éb’aant palais. le peintre trop lonetcmp- méconnu, l’alerte et lin décorateur, le charmant poète, le coût inu.œ-ur ci l’héritier des bons maitres français <pii nous conservèrent h-s <_r(>tcs précieux et, les pim- pants atours et les mignardise-, rl‘:< caillettes d’autrefois, comme il a fixé, depuis quelque vingt-cinq ans, les sourires mutins, l’allure désinvolte, les retroussis provocants de la petite Parisienne d’à présent, — mieux, de la Montmartroise. Et c’est une joie que de le voir si bien tenir sa place, sous ces voûtes officielles, parmi toutes ces merveilles des arts de jadis.
Pour tout dire, cette exposition éveille, en plus d’un parmi nous, quelques vagues mélancolies. Comment revoir, en effet, à ces murailles blanches, les panneaux du Clou, par exemple, et le fameux Parce Domine, gloire, autrefois, du cabaret du Chat-Noir, sans évoquer les lointaines heures d’insouciance, les heures de jeunesse et de folie ?
Mais ce n’est point le temps de s’attarder à des pensées moroses. D’allègres toiles, des dessins nerveux et endiablés, pétillants d’esprit, débordants de sève et de vie, nous attendent, nous sourient, nous aguichent à la ronde ; tout le résumé d’une carrière de prodigieux labeur vaillamment poursuivie dans l’adversité, la gêne, la misère même, au milieu de l’indifférence des foules, avec le seul appui que pouvaient bien donner les approbations, les encouragements de quelques clairvoyants, et surtout l’intime conscience de faire bien — et beau — poursuivie même une fois sonnée l’heure des réparations, et que le succès n’a pas interrompue. Et certes si elles sont bien sémillantes, avec leurs boucles au vent, leurs jupes courtes, leurs petits bonnets prêts à saluer très haut tous les moulins de la route, leur diable au corps, les petites Colombines que Pierrot maigre dessinait avec tant de verve et de plaisir, les groupes animés, grouillants, du Salut à Paris, œuvre du Willette plus grave, plus recueilli, mais tout aussi libre, ingénieux, vigoureux, que vous voyez ici, sur son échelle, en plein labeur, n’ont ni moins de fougue, ni moins de charme.
Nederlands (automatisch vertaald):
WILLETTE IN HET MARSAN PAVILJOEN
Het Marsan-paviljoen , dat nog maar net afscheid nam van de geestige poppen van Paul Renouards Ideal Ballet, l’Amant, l’Amante et l’Autre, biedt sinds een paar dagen onderdak aan een reeks werken van Adolphe Willette. De eer hiervoor gaat naar de Centrale Unie voor Decoratieve Kunsten; van late eerlijkheid, uitgenodigd in haar heldere en verbazingwekkende paleis. de te eenzame – weinig bekende schilder, de alerte en de decorateur, de charmante dichter, de de alerte en fijne decorateur hier de erfgenaam van de goede Franse meesters voor ons bewaard kostbare gestes en, de keurige kledij en de schattigheid-, caillettes van weleer, zoals hij sinds zo’n vijfentwintig jaar oud heeft gemaakt, de ondeugende glimlach, de nonchalante blik, de provocerende wendingen van de kleine Parijzenaar van vandaag – beter nog, van Montmartre. En het is een genot om te zien hoe hij zijn hoofd zo goed vasthoudt. Onder deze officiële gewelven, tussen al deze wonderen van de kunsten van weleer. Eerlijk gezegd wekt deze tentoonstelling bij meer dan één van ons een vage melancholie op. Hoe kunnen we deze witte muren, de panelen van Le Clou bijvoorbeeld, en het beroemde Parce Domine, de voormalige glorie van het Cabaret du Chat-Noir, zien zonder de verre uren van zorgeloosheid, de uren van de jeugd en krankzinnigheid? Maar dit is niet het moment om bij sombere gedachten stil te staan. Vrolijke doeken, nerveuze en wilde tekeningen, sprankelend van geest, overlopend van sap en leven, wachten op ons, glimlachen naar ons, verleiden ons; de hele samenvatting van een carrière van wonderbaarlijk werk, moedig voortgezet in tegenspoed, schaamte en zelfs ellende, te midden van de onverschilligheid van de menigte, met de enige steun die kon worden gegeven door de goedkeuringen, de aanmoediging van een paar helderziende mensen, en bovenal bleef het intieme bewustzijn van het goed doen – en mooi – voortduren, zelfs nadat de tijd voor reparaties was aangebroken, en dat succes niet onderbrak. En zeker als ze heel levendig zijn, met hun krullen die in de wind wapperen, hun korte rokjes, hun mutsjes klaar om heel hoog te salueren naar alle windmolens op de weg, hun duivel op hun lichaam, de kleine Columbines waarmee de magere Pierrot tekende zoveel verve en plezier, de levendige, krioelende groepen van Salut à Paris, Willette’s serieuzere, meer verzamelde werk, maar net zo vrij, ingenieus, krachtig, die je hier op zijn ladder, in volle arbeid ziet, hebben niet minder passie noch minder charme.